Als je toch ‘s...een hondje was die naar school ging.
Papa ging elke ochtend naar het park met Floep, dat vond Floep heerlijk. Papa deed vaak zijn riem los en dan kon hij even lekker uitrazen.
Daarna gingen ze altijd samen ontbijten. Voor Floep werd een hoge stoel gepakt anders kon hij niet bij de tafel met zijn snuit. En netjes met bestek eten ging natuurlijk ook niet zo makkelijk. Dus zat Floep aan tafel, lekker zijn pap op te slobberen, uit een kom. En daarna moest hij naar school. Dat moet nou eenmaal als je zes bent en dat was Floep inmiddels.
Papa en mama wilden niet dat hij teveel zou missen dus hadden zij met juf afgesproken dat Floep gewoon naar school bleef gaan.
Schrijven ging echt niet hoor..maar rekenen kon hij als de beste. “Hoeveel is 2+2 Floep?” vroeg juf. “Woef, woef, woef” antwoordde Floep. Wat natuurlijk fout was. Maar meestal deed hij het goed hoor. In de pauze kon hij heerlijk rennen buiten. En met tikkertje had hij altijd iedereen heel snel te pakken.
Als hij uit school thuiskwam deed hij even een dutje. Want zo’n schooldag vond hij behoorlijk vermoeiend. Daarna moest hij altijd met mama huiswerk maken. Dan blafte hij van alles en dan schreef mama het netjes op. Het ging goed op school met Floep en hij had heel veel vriendjes en vriendinnetjes had juf gezegd. Maar dat schrijven bleef wel lastig hoor, dat kreeg hij maar niet onder de knie.
Floep werd er een beetje verdrietig van, het was leuk om een hondje te zijn hoor. Maar hij wilde ook graag zelf kunnen schrijven en praten. De kinderen op school begrepen geen snars van zijn geblaf.
Papa ging elke ochtend naar het park met Floep, dat vond Floep heerlijk. Papa deed vaak zijn riem los en dan kon hij even lekker uitrazen.
Daarna gingen ze altijd samen ontbijten. Voor Floep werd een hoge stoel gepakt anders kon hij niet bij de tafel met zijn snuit. En netjes met bestek eten ging natuurlijk ook niet zo makkelijk. Dus zat Floep aan tafel, lekker zijn pap op te slobberen, uit een kom. En daarna moest hij naar school. Dat moet nou eenmaal als je zes bent en dat was Floep inmiddels.
Papa en mama wilden niet dat hij teveel zou missen dus hadden zij met juf afgesproken dat Floep gewoon naar school bleef gaan.
Schrijven ging echt niet hoor..maar rekenen kon hij als de beste. “Hoeveel is 2+2 Floep?” vroeg juf. “Woef, woef, woef” antwoordde Floep. Wat natuurlijk fout was. Maar meestal deed hij het goed hoor. In de pauze kon hij heerlijk rennen buiten. En met tikkertje had hij altijd iedereen heel snel te pakken.
Als hij uit school thuiskwam deed hij even een dutje. Want zo’n schooldag vond hij behoorlijk vermoeiend. Daarna moest hij altijd met mama huiswerk maken. Dan blafte hij van alles en dan schreef mama het netjes op. Het ging goed op school met Floep en hij had heel veel vriendjes en vriendinnetjes had juf gezegd. Maar dat schrijven bleef wel lastig hoor, dat kreeg hij maar niet onder de knie.
Floep werd er een beetje verdrietig van, het was leuk om een hondje te zijn hoor. Maar hij wilde ook graag zelf kunnen schrijven en praten. De kinderen op school begrepen geen snars van zijn geblaf.
Toen hadden papa en mama er genoeg van. “Kom op, we gaan naar het park” zeiden ze. “We zullen die zeemeermin eens even flink de les lezen”. Toen de zeemeermin hoorde wat er gebeurt was schrok zij heel erg. Dat was echt niet bedoeling geweest, er was iets fout gegaan. Gelukkig kon ze Floep snel weer in een jongetje terug toveren.
Floep huppelde weer naar huis tussen papa en mama in. Hij was blij dat hij weer een jongen was.
En mocht je je nu afvragen hoe papa en mama wisten dat de zeemeermin dat had gedaan. Tjah..dat is met papa’s en mama’s die weten echt alles!
.
Floep huppelde weer naar huis tussen papa en mama in. Hij was blij dat hij weer een jongen was.
En mocht je je nu afvragen hoe papa en mama wisten dat de zeemeermin dat had gedaan. Tjah..dat is met papa’s en mama’s die weten echt alles!
.