Als je toch 's een piepklein jasje was....
"Mama Papa ga ik nou nog groter worden?" Vroeg kleine jasje. "Net zo groot als jullie?" "Nee, lief kind" zeiden zij, "jasjes groeien nu eenmaal niet". "Oh oh oh" snotterde het jasje, "wat moet er toch met mij, waarom ben ik zo verschrikkelijk klein"
"Ach lief jasje", zeiden papa-jas en mama-jas. "Kijk toch eens hoe prachtig en lief je bent. Zo heerlijk zacht en met mooie stiksels. Wij vinden jou een prima jasje hoor". Maar jasje zag het niet zo en bleef verdrietig.
Floep kwam thuis en hing zijn jas aan de kapstok. Maar...wat hoorde hij nou toch? Het leek wel gesnik en gesnotter.
Waar kwam dat toch vandaan? Toen zag hij het...een pietepeuterig klein jasje. "Och arm jasje" zei Floep "waarom ben je zo verdrietig?" Het jasje snikte het uit. "ik be-hen zo-ho klei-hein" hakkelde het jasje.
"Moet je niet gewoon nog een beetje groeien, net als ik?" vroeg Floep. "Nee, ik ben al uitgegroeid" jammerde het jasje.
"Mijn mama en papa zijn grote jassen, papa heeft van die mooie flinke zakken waar van alles in kan. En mama heeft een hele mooie kraag die goed warm houdt. Zij gaan dagelijks naar buiten en zien zoveeeeeeel van de wereld. En ik..en ik...ik hang hier maar een beetje te hangen. "Huu huuuuuu huuu" snikte het jasje. "Ik ben helemaal nergens goed voor".
Floep vond het enorm zielig, hij zat er flink mee in zijn maag.
"Waar zit je toch zo mee in je maag Floep" vroegen papa en mama.
En toen vertelde Floep het hele verhaal van het jasje en dat hij het zo zielig vond. En dat hij zo graag wilde helpen maar hij niet wist hoe.
Floep zag dat mama er ook flink mee in haar maag zat want zij kreeg er zelfs een hele dikke buik van.
En toen werd Polleke geboren. "Kijk Floep, wat een prachtig zusje je nu hebt" zeiden papa en mama.
Floep schrok zich rot..dat was wel een heeeeel pietepeuterig klein mensje. Papa en mama moesten daar erg om lachen. "Kom we gaan lekker in het park wandelen" zeiden ze. Ze trokken hun jassen aan. Kleine jasje hing te trillen van opwinding. Daar werd zij eindelijk eindelijk eindelijk van de kapstok gehaald. Jasje besloot dat zij Polleke heel goed warm zou houden en heel zacht zou zijn.
Tijdens het wandelen kwamen er allemaal mensen naar Polleke kijken. "Wat een lief babietje en wat heeft zij een prachtig jasje aan" zeiden de mensen. Jasje straalde van blijdschap. Mama-jas en papa-jas glimlachten, zij hadden immers niet anders verwacht dan dat het allemaal wel goed zou komen met hun jasje.
"Mama Papa ga ik nou nog groter worden?" Vroeg kleine jasje. "Net zo groot als jullie?" "Nee, lief kind" zeiden zij, "jasjes groeien nu eenmaal niet". "Oh oh oh" snotterde het jasje, "wat moet er toch met mij, waarom ben ik zo verschrikkelijk klein"
"Ach lief jasje", zeiden papa-jas en mama-jas. "Kijk toch eens hoe prachtig en lief je bent. Zo heerlijk zacht en met mooie stiksels. Wij vinden jou een prima jasje hoor". Maar jasje zag het niet zo en bleef verdrietig.
Floep kwam thuis en hing zijn jas aan de kapstok. Maar...wat hoorde hij nou toch? Het leek wel gesnik en gesnotter.
Waar kwam dat toch vandaan? Toen zag hij het...een pietepeuterig klein jasje. "Och arm jasje" zei Floep "waarom ben je zo verdrietig?" Het jasje snikte het uit. "ik be-hen zo-ho klei-hein" hakkelde het jasje.
"Moet je niet gewoon nog een beetje groeien, net als ik?" vroeg Floep. "Nee, ik ben al uitgegroeid" jammerde het jasje.
"Mijn mama en papa zijn grote jassen, papa heeft van die mooie flinke zakken waar van alles in kan. En mama heeft een hele mooie kraag die goed warm houdt. Zij gaan dagelijks naar buiten en zien zoveeeeeeel van de wereld. En ik..en ik...ik hang hier maar een beetje te hangen. "Huu huuuuuu huuu" snikte het jasje. "Ik ben helemaal nergens goed voor".
Floep vond het enorm zielig, hij zat er flink mee in zijn maag.
"Waar zit je toch zo mee in je maag Floep" vroegen papa en mama.
En toen vertelde Floep het hele verhaal van het jasje en dat hij het zo zielig vond. En dat hij zo graag wilde helpen maar hij niet wist hoe.
Floep zag dat mama er ook flink mee in haar maag zat want zij kreeg er zelfs een hele dikke buik van.
En toen werd Polleke geboren. "Kijk Floep, wat een prachtig zusje je nu hebt" zeiden papa en mama.
Floep schrok zich rot..dat was wel een heeeeel pietepeuterig klein mensje. Papa en mama moesten daar erg om lachen. "Kom we gaan lekker in het park wandelen" zeiden ze. Ze trokken hun jassen aan. Kleine jasje hing te trillen van opwinding. Daar werd zij eindelijk eindelijk eindelijk van de kapstok gehaald. Jasje besloot dat zij Polleke heel goed warm zou houden en heel zacht zou zijn.
Tijdens het wandelen kwamen er allemaal mensen naar Polleke kijken. "Wat een lief babietje en wat heeft zij een prachtig jasje aan" zeiden de mensen. Jasje straalde van blijdschap. Mama-jas en papa-jas glimlachten, zij hadden immers niet anders verwacht dan dat het allemaal wel goed zou komen met hun jasje.